Waarom liggen er zwarte kabels over de weg?
Op veel wegen en fietspaden zie je tegenwoordig zwarte kabels liggen, beter bekend als telslangen. Deze kabels zijn geen elektriciteitskabels, maar dienen om verkeersgegevens te verzamelen door middel van luchtdruk. Ze meten de intensiteit, snelheid en categorie van de voertuigen die eroverheen rijden.
Hoe werken telslangen?
Telslangen zijn holle rubberen slangen die loodrecht op de rijrichting worden geplaatst. Zodra een voertuig over de slang rijdt, ontstaat er een luchtverplaatsing die door het telapparaat wordt geregistreerd. Dit apparaat kan verschillende voertuigtypen identificeren op basis van het aantal assen en de afstand ertussen. Met twee telslangen per rijrichting kan bovendien de snelheid en rijrichting van de voertuigen worden vastgesteld.
Waarom wordt er gemeten?
De meetresultaten geven inzicht in verkeersstromen en -samenstellingen, bijvoorbeeld tijdens de spitsuren. De data helpt beleidsmakers om verkeersmaatregelen te optimaliseren en trends te analyseren. Telslangen worden op specifieke locaties geplaatst, afhankelijk van het type weg en de reden voor de telling, zoals veranderingen in de verkeerssituatie door nieuwe parkeerterreinen of gebouwen.
Waarom liggen er nu meer telslangen?
In de maanden september, oktober en november vinden meer verkeerstellingen plaats omdat deze maanden een gemiddeld verkeersbeeld bieden. Buiten de vakanties worden de tellingen vaak uitgevoerd om betrouwbare gegevens te verkrijgen. De slangen blijven meestal enkele weken liggen, maar soms worden ze langer gebruikt voor nauwkeuriger resultaten.
Zijn telslangen veilig?
Ja, telslangen zijn veilig voor alle voertuigen. Alleen bij gebruik van rolschaatsen moet je extra voorzichtig zijn. Voor verkeer dat sneller dan 60 km/u rijdt, worden ze meestal niet ingezet, omdat de hogere snelheden de slangen sneller slijten.
Kortom, telslangen spelen een cruciale rol in het in kaart brengen van de verkeerssituatie en het verbeteren van verkeersbeleid, zonder enig risico voor weggebruikers.
